S.I. Willemsen, P.J. van Huijstee, A.P.A. Greeven
Vrijdag 22 november 2019
11:09 - 11:16u
in Zaal 1
Categorieën: Traumachirurgie
Parallel sessie: V01 - Vrije voordrachten - Algemeen & Trauma
Introductie
Er is nog geen consensus over de behandeling van multipele simpele ribfracturen. De huidige plaatosteosynthese kan invasief zijn en gaat soms gepaard met irritatie door het osteosynthesemateriaal. Wij presenteren de resultaten van de eerste 30 patiënten met een nieuwe ribfixatie techniek in Nederland.
Methode
Nitinol is een legering van nikkel en titanium, wanneer het wordt gekoeld verandert de atomische structuur en wordt het flexibel. Als het materiaal weer opgewarmd wordt, neemt het zijn oude vorm aan en klemt het plaatje de aangedane rib vast. Het gebruik van nitinol plaatosteosynthese werd gebruikt als behandeling voor multipele simpele ribfracturen(5), pseudo-artrose van oude ribfracturen(5), als adjunct bij complexe fladderthoraxen (14) en bij non-unions na thoraxwandresectie of Ravitch-procedures(6).
Resultaten
Nitinol blijkt makkelijk in gebruik. Het koelen gebeurt in steriel ijs-water waarna ze geplaatst kunnen worden. Door Nitinol-plaatjes te verwarmen met warme gazen, wordt 'het geheugen' geactiveerd en neemt het materiaal zijn oude vorm aan. De gekoelde nitinolplaatjes zijn dusdanig flexibel dat ze middels spier-sparende incisies op de ribben kunnen worden geplaatst. Het gebruik van nitinol-plaatosteosynthese blijkt bij simpele ribfracturen, pseudo-artrose van oude ribfracturen en bij non-unions geschikt als monotherapie. Ook zijn Nitinol-plaatjes geschikt als adjunct bij complexe fladderthoraxen naast klassieke plaat-schroefosteosyntheses voor complexere fracturen/dissociaties van ribbenboog of costochondrale overgang.
Conclusie
Nitinol plaatosteosynthese is een veelbelovende techniek voor ribfixatie. Het geheugenmetaal is geschikt voor het stabiliseren van simpele ribfracturen en pseudoartrose, maar ook voor complexere fladderthorax en complicaties na thoraxwandchirurgie. De plaatjes zorgen voor een stabiele fixatie en lijken minder invasief te plaatsen te zijn. Verder onderzoek moet worden gedaan.