Circulerend tumor DNA als klinische test voor patiënten met een gereseceerd pancreascarcinoom


V.P. Groot, S. Mosier, I.Q. Molenaar, C.L. Wolfgang, J.R.E. Eshleman

Vrijdag 22 november 2019

10:53 - 11:00u in Zaal 4

Categorieën: HPB

Parallel sessie: V03 - Vrije voordrachten - HPB & Onco


Introductie

Verscheidene studies in onderzoeksverband laten zien dat circulerend tumor DNA (ctDNA) potentie heeft als een tumor-specifieke biomarker voor ductaal adenocarcinomen van het pancreas (PDAC). Deze studie beschrijft de analytische en klinische validatie van een KRAS ctDNA test in een klinisch laboratorium.

Methode

Met behulp van digital-droplet PCR werden de meest voorkomende PDAC-geassocieerde somatische KRAS mutaties (G12D, G12V, G12R, and Q61H) opgespoord in het bloed van patiënten met PDAC. Voor de klinische validaite wereden in totaal 290 pre-operatieve en longitudinale bloedmonsters van 59 patiënten verzameld. De waarde van ctDNA status voor het voorspellen van PDAC recidieven tijdens follow-up werd geëvalueerd.

Resultaten

ctDNA was pre-operatief aanwezig in 29 (49%) patiënten en was een voorspeller van verminderde recidief-vrije (RVO) en totale overleving (TO). Patiënten die neoadjuvante chemotherapie ondergingen waren pre-operatief minder vaak ctDNA positief (21% vs. 69%; P<0.001). ctDNA levels daalden significant na tumor resectie. Persisterend ctDNA in de post-operatieve periode was geassocieerd met een hoge recidief kans en matige RVO (mediaan 5 maanden). Detectie van ctDNA tijdens follow-up was voorspellend voor een klinisch recidief (sensitiviteit 90%, specificiteit 88%) met een voorsprong van 84 dagen op beeldvorming. ctDNA detectie gedurende post-operatieve follow-up was geassocieerd met een verminderde mediane TO van 17 maanden (P=0.011).

Conclusie

Het meten van KRAS ctDNA in een klinisch laboratorium kan gebruikt worden voor het voorspellen van recidieven en overleving in patiënten met PDAC.

Patiënten met pre-operatief KRAS ctDNA hadden verminderde ziekte-vrije (A) en totale overleving (B). Patiënten met KRAS ctDNA in de directe post-operatieve periode hadden verminderde ziekte-vrije overleving (C). Patiënten met KRAS ctDNA tijdens post-opera
Voorbeelden van individuele patiënten met verdwijnen (A-C) of persisteren (D) van KRAS ctDNA in de eerste 2 maanden na resectie. Boxplots met het verschil in hoeveelheid KRAS ctDNA tussen pre- en post-operatieve bloedmonsters (E-F).
Voorbeelden van individuele patiënten met een stijging van ctDNA 56 dagen (A) en 96 dagen (B) voor ontdekking van een klinisch recidief.