Robot-geassisteerde low anterior resectie versus laparoscopisch geassisteerde low anterior resectie: een retrospectieve, propensity-score gematchte, cohort analyse in ervaren centra


T.A. Burghgraef, R.M.P.H. Crolla, P.M. Verheijen, P.J. Tanis, M. Fahim, A.A.W. van Geloven, J.W.A. Leijtens, A. Pronk, A.B. Smits, E.G.G. Verdaasdonk, E.C.J. Consten

Vrijdag 22 november 2019

11:25 - 11:32u in Zaal 5

Categorieën: Colorectaal (maligne)

Parallel sessie: V04 - Vrije voordrachten - Colorectaal


Introductie

Robot-geassisteerde low anterior resectie (LAR) is nog niet superieur aan laparoscopische LAR gebleken, ondanks dat het mogelijk zou leiden tot minder conversies. Echter, veel studies houden geen rekening met de ervaring van de operateur. Daarom vergelijkt deze studie de twee technieken bij operateurs die door hun learning-curve heen zijn.

Methode

Data van vijf toegewijde laparoscopische LAR centra en twee toegewijde robot-geassisteerde LAR centra werd verzameld voor de jaren 2015, 2016 en 2017 middels de DCRA database en het lokale patiëntendossier. De robot-geassisteerde centra voerden al sinds 2012 alle LARs middels robot-geassisteerde techniek uit. Een subgroep analyse werd uitgevoerd voor patiënten die op basis van BMI, hoogte van de tumor, invasie van de mesorectale fascie en grootte van het bekken geclassificeerd werden als 'technisch complexe procedure'. Patiënten werden gematcht in een 1:1 ratio op basis van een propensity-score voor zowel het totale cohort alsmede voor de subgroep analyse.

Resultaten

580 patiënten werden geïncludeerd. Na matching waren er geen baseline verschillen tussen de groepen, en bleven er 206 patiënten per groep in het totale cohort, en 94 patiënten per groep in de subgroep analyse. Het aantal conversies was gelijk voor het totale cohort en de subgroep analyse. CRM-positiviteit, 90-dagen mortaliteit, re-interventie, heropname en opnameduur waren tevens gelijk tussen beide groepen. Operatieduur en het aantal primaire anastomoses waren echter significant hoger in de robot-geassisteerde groep.

Conclusie

Robot-geassisteerde en laparoscopische LAR zijn even veilig met betrekking tot conversie en CRM-positiviteit. Ondanks de langere operatieduur, worden er meer primaire anastomoses in de robot-geassisteerde groep aangelegd. Mogelijk heeft deze techniek de voorkeur bij patiënten met een voorkeur voor een primaire anastomose. Meer studies zijn nodig om dit te bevestigen.