Speelt een gebrek aan microbiële veerkrachtigheid een rol in de pathogenese van colorectaal carcinoom? - Een exploratieve pilot studie


A. C. L. Wildeboer, R. Aarnoutse, J. Ziemons, J. de Vos-Geelen, J. Penders, S. W. M. Olde Damink, S. S. M. Rensen, M. L. Smidt

Vrijdag 22 november 2019

10:45 - 10:52u in Zaal 5

Categorieën: Colorectaal (maligne)

Parallel sessie: V04 - Vrije voordrachten - Colorectaal


Introductie

Onderzoek toont betrokkenheid van onze darmmicrobiota bij het ontstaan van colorectaalcarcinoom. Tot op heden focuste dit onderzoek zich voornamelijk op de identificatie van oncogene bacteriën. Echter, onze darmmicrobiota is ook belangrijk voor een gezonde tractus digestivus en beschikt zelfs over anti-carcinogene functies die ons beschermen tegen het ontstaan van colorectaalcarcinoom.

Methode

Deze exploratieve pilot studie heeft als doel verschillen te identificeren in de samenstelling van de darmmicrobiota van colorectaalcarcinoom patiënten en hun gezonde controles door specifiek te kijken naar de relatieve abundantie van beschermende, anti-carcinogene bacteriën/functionele bacteriële groepen. Hiertoe werden ontlasting samples, vragenlijsten en patiëntinformatie verzameld van 24 patiënten en 11 gezonde controles. Ontlasting samples werden geanalyseerd op samenstelling en relatieve abundantie van de darmmicrobiota middels qPCR. Verschillen werden statistisch geanalyseerd, evenals de beschrijvende data. Onze hypothese veronderstelde een significant verschillende samenstelling tussen beide groepem, zich uitend als een lagere relatieve abundantie van beschermende, anti-carcinogene bacteriën/functionele bacteriële groepen in colorectaalcarcinoom.

Resultaten

In de patiëntengroep werd een significant lagere relatieve abundantie van Akkermansia muciniphila (mucine-degraderende bacteriën) (controle 0.0000 vs patiënt 0.1502, U=64.5, p=0.016) en butyraat-producerende bacteriën (controle 6.1257 vs patiënt 1.7917, U=28, p=0.00) gevonden. Voor de Lactobacilli (lactaat-producerende bacteriën) konden geen significante verschillen worden aangetoond tussen beide groepen (controle 0.0947 vs patiënt 0.1049, U=132, p=1.00). Verder werden correlaties gevonden tussen performance scores, toxiciteit, inflammatie en de relatieve abundantie van Akkermansia muciniphila en butyraat-producerende bacteriën.

Conclusie

De lagere relatieve abundantie van beschermende, anti-carcinogene bacteriën/functionele bacteriële groepen in de patiëntengroep suggereert een onvoldoende veerkrachtige flora met gebrekkige microbiële bronnen voor compensatie van pro-carcinogene bacteriën. Het niet kunnen handhaven van eubiose door dit gebrek aan microbiële veerkrachtigheid zou een belangrijke rol kunnen spelen in de ontstaanswijze van colorectaalcarcinoom.

Verschillen in de relatieve abundantie van Akkermansia muciniphila per individu (A) en per groep (B)
Verschillen in de relatieve abundantie van Lactobacilli per individu (A) en per groep (B)