Endograft appositie en positie op eerste post-EVAR CTA scan in relatie tot klinische en pre-EVAR anatomische karakteristieken


P.M. de Rooy, R.C.L. Schuurmann, R.H.J. Kropman, C. Ciniselli, R. Narlawar, G.A. Antoniou, C.H. Slump, J.P.P.M de Vries

Vrijdag 22 november 2019

10:45 - 10:52u in Zaal 3

Categorieën: Vaatchirurgie

Parallel sessie: V02 - Vrije voordrachten - Vaten


Introductie

Recente prototype software faciliteert accurate 3D beoordeling van endograft appositie en positie in de proximale en distale landing zones post-EVAR. Deze studie beschrijft de (ap)positie in de proximale en distale landing zones in een opeenvolgende serie van 60 electieve EVAR-patiënten behandeld met een Endurant II(s) stent graft.

Methode

Aorta-iliacale karakteristieken zijn bepaald op de pre-EVAR CTA scan en endograft karakteristieken op de eerste post-EVAR CTA. Anatomische karakteristieken waren nek diameter, lengte, oppervlakte, calcificatie en/of trombus, vorm en infrarenale angulatie. Endograft karakteristieken waren appositie (kortste afstand langs de vaatwand), percentage gebruikte nek en afstand tot beoogde vat. Metingen zijn uitgevoerd volgens een vooraf bepaald protocol in een 3Mensio vasculair meetstation. Patiënten met een insufficiënte appositie lengte (

Resultaten

In de proximale sealing zone is een appositie lengte van 12.4 (9.0 19.3) mm behaald en is 85.6 (74.4 95.5) % van de infrarenale nek gebruikt voor sealing. De preoperatieve nek lengte was 16.5 (9.3 27.8) mm. In de distale sealing zones is een appositie lengte van 22.5 (15.8 29.6) mm behaald en is 71.4 (55.9 83.3) % van de distale sealing zones gebruikt. Zestien patiënten hadden minder dan 10 mm appositie in de proximale nek en drie patiënten in een of beide CIAs. Deze potentiële hoog risicopatiënten hadden kortere infrarenale nekken en significant hogere infrarenale angulatie (p = 0.02).

Conclusie

In de proximale en distale landing zones is een goede (ap)positie behaald. Slechte appositie (